Daphne van Rooyen over bedrijfsmaatschappelijk werk: ‘In korte tijd zetten we een positieve beweging in gang’
Door Edward Doelman
De BPSW heeft in samenspraak met de beroepsgroep een nieuw expertiseprofiel bedrijfsmaatschappelijk werk opgesteld. Bedrijfsmaatschappelijk werker Daphne van Rooyen uit Borger juicht dat toe, want zij constateert dat het met de bekendheid van haar vak nog niet helemaal snor zit. ‘Het is vaak een kwestie van onbekend maakt onbemind.’
Daphne van Rooyen (41) is werkzaam bij Gimd, dat zich inzet om de mentale kracht van organisaties en medewerkers te versterken. De provincies Groningen en Drenthe zijn haar voornaamste werkgebied. Als bedrijfsmaatschappelijk werker biedt Daphne kortdurende, oplossingsgerichte begeleiding aan werknemers die door psychosociale oorzaken dreigen uit te vallen. Zorg+Welzijn stelde haar zes vragen over haar vak.
Hoe vaak moet jij nog uitleggen wat je precies doet?
‘Nou, vaker dan mij lief is. Het is vaak een kwestie van onbekend maakt onbemind. Als ik zeg dat ik bedrijfsmaatschappelijk werker ben, zijn er helaas nog steeds mensen die aan zo’n ouderwetse setting denken. Ze associëren het met een zielenknijper of een psycholoog met een groot bankstel die ellenlange gesprekken voert. Dan moet ik altijd heel hard lachen, want ik heb juist kortdurende hulptrajecten.
Ik word gekoppeld aan mensen die, om wat voor reden dan ook, worstelen met de balans tussen werk en privé. Dat kan te maken hebben met het feit dat ze thuis stress ervaren of bijvoorbeeld mantelzorger zijn, maar het gaat ook geregeld om werkgerelateerde onderwerpen. Niet iedereen zit op de juiste plek of kampt met een te hoge werkdruk.
Vanwege die laatste voorbeelden denken anderen ook wel dat ik soort van bedrijfsarts ben, maar dat is zeker niet het geval. Als bedrijfsmaatschappelijk werker wil ik juist ervoor zorgen dat mensen beter in hun vel komen te zetten en zeker níet uitvallen.’
Hoe ga je dan te werk?
‘Ik ga hulptrajecten van vijf gesprekken aan. In het eerste gesprek vraag ik hoe iemands leven eruit ziet. Wat zijn je hobby’s? Waar geniet je van als je alleen thuis bent? Hoe ziet je privésituatie eruit? Wat voor baan doe je? Hoe is het contact met je leidinggevende? Hoeveel zeggenschap heb je over je werk-privébalans? Zo’n gesprek levert veel input op en mijn ervaring is dat je daardoor ook snel tot de kern komt: waar worstelt hij of zij mee? Vervolgens gaan we in de gesprekken daarna juist daar samen mee aan de slag. We proberen binnen vijf sessies een positieve beweging in gang te zetten.’
Maar ik kan mij voorstellen dat zorgen niet als sneeuw voor de zon verdwijnen.
‘Dat klopt, maar het fijne is dat je met elkaar een begin maakt. Voor de mensen die ik begeleid is het fijn dat er andere ogen naar zijn of haar issues luisteren en vervolgens een plan maken. Het kan erin resulteren dat ik iemand doorverwijs naar de schuldhulpverlening, bijvoorbeeld omdat iemand met financiële problemen kampt na een scheiding. Met een ander iemand bereid ik weer een gesprek met een HR-adviseur en een leidinggevende voor, zodat op het werk een positieve verandering wordt ingezet. Oftewel: het is heel divers.’
Hoe kun je bedrijfsmaatschappelijk werker worden?
‘Ik heb een opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening gevolgd, wat nu social work heet. Daarnaast heb je ook nog een post-hbo-opleiding voor bedrijfsmaatschappelijk werk. Zelf heb ik jarenlang in het sociaal domein gewerkt, voornamelijk in de jeugdhulp of bij het sociaal team van gemeenten. Wat mij zeker na de decentralisaties steeds meer tegenstond was dat het sociaal domein steeds lastiger is te doorgronden. Er zijn zoveel procedures en overlegstructuren, mede om die reden heb ik de overstap naar het bedrijfsmaatschappelijk werk gemaakt. Een keuze waar ik geen seconde spijt van heb gehad. Het is het leukste werk dat ik ooit gedaan heb.’
Kun je dat nader toelichten?
‘In het sociaal domein kom je, nog los van alle bureaucratie, best veel cliënten tegen die niet altijd even gemotiveerd zijn. Dat zag ik pas nadat ik in deze baan begon. Als bedrijfsmaatschappelijk werker zie je de compleet andere kant: natuurlijk is er altijd wat aan de hand, maar elke cliënt is juist ontzettend gemotiveerd om ermee aan de slag te gaan. Hij of zij is bereid om naar eigen patronen te kijken. Mede daarom kun je in relatief korte tijd ook veel resultaat behalen.’
Nu heeft de BPSW in samenspraak met het beroepsveld een nieuw expertiseprofiel opgesteld. Hoe kijk jij daar vanuit het veld naar?
‘Ik vind dat een goede zaak, omdat daarmee opnieuw gedefinieerd en aangescherpt is waar bedrijfsmaatschappelijk werkers voor staan. Zie het maar als blauwdruk van ons vakgebied. Bovendien is het ook gewoon een stuk erkenning, wat sowieso belangrijk is. Als het daarnaast ook nog bijdraagt aan de verdere bekendheid van het vakgebied, zou dat helemaal mooi zijn.’