Sociale veiligheid op de werkvloer borgen door inzet Gimd

Van de werknemers in Nederland ervaart ruim 13% ongewenst gedrag vanuit zijn of haar leidinggevende of collega’s (NEA, 2020). In bijna de helft van de gevallen gaat dit om pesten. Ongewenst gedrag of pesten kan leiden tot burn-outklachten, (langdurig) verzuim en persoonlijk leed. Werkgevers weten vaak niet goed wat te doen om ongewenste omgangsvormen op de werkvloer aan te pakken. De PICO-pilot, die TNO en Gimd zelf hebben ontwikkeld, hebben een belangrijke bijdrage aan bedrijven geleverd. Het biedt handvatten om interventies op de werkvloer vorm te geven en om sociale veiligheid in organisaties te verankeren.

Sociale veiligheid

Ongewenst gedrag op de werkvloer is een onderwerp dat langzamerhand meer aandacht krijgt. Overal waar mensen werken, is het risico dat er ongewenst gedrag voorkomt aanwezig. Toch is er nog te weinig besef wat de impact is van sociale onveiligheid op de werkvloer. Als werkgevers het zich al realiseren, weten ze vaak niet wat ze ermee aan moeten. Reden voor de overheid om samen met de wetenschap en praktijk te onderzoeken hoe sociale veiligheid in organisaties te bevorderen.

PICO – wetenschap en praktijk onderzoeken hoe sociale veiligheid in organisaties te bevorderen.

Aanleiding project

In 2016 kondigde de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een pakket aan maatregelen tegen pesten aan. Dit pakket richtte zich onder andere op het inspecteren van organisaties op ongewenste omgangsvormen. In 2018 hebben de inspectie SZW en het ministerie van SZW, TNO en Gimd de opdracht gegeven om een interventie te ontwikkelen en onderzoek te doen naar een effectieve interventie, gericht op pesten op het werk. De professionele dienstverlening, ofwel de begeleiding op de werkvloer, werd ontwikkeld en verzorgd door Gimd, onderdeel van Zorg van de Zaak Netwerk. Gimd is specialist op het gebied van bedrijfsmaatschappelijk werk en vertrouwenspersonen en richt zich onder andere op psychosociale begeleiding van werknemers, teams en leidinggevenden.

PICO

In 2018 zijn TNO en Gimd gestart met de ontwikkeling van een Participatieve Interventie op Cultuur en Ongewenste omgangsvormen (PICO), de implementatie ervan binnen verschillende pilotorganisaties en het onderzoek naar de effectiviteit van deze interventies. Gimd verzorgde de begeleiding van de pilotorganisaties in het PICO-project. Door de coronapandemie zijn de pilot en het onderzoek vroegtijdig afgerond. Desondanks zijn er relevante ervaringen opgedaan bij de pilot met PICO en was het mogelijk om conclusies en aanbevelingen te doen. PICO bestaat uit vier processtappen: voorbereiden, meten, doen en evalueren. Alle stappen worden samen met medewerkers, managers en de directie gezet. Gedurende de looptijd van de PICO-interventie zijn er een professional van Gimd en een interne begeleider van de pilotorganisatie aangehaakt bij het traject. Een integrale aanpak is nodig om de urgentie te benadrukken en om het draagvlak voor de aanpak van ongewenst gedrag door alle lagen van de organisatie te creëren en daarmee de slagingskans van de interventie te optimaliseren. In totaal duurt de interventie negen maanden. Om de continuïteit van het preventiebeleid voort te zetten, leidt de Gimd-professional een interne begeleider op, die na afloop van de interventie het project zelfstandig kan begeleiden.

Er moet erkenning komen dat het plaatsvindt, maar we moeten het niet gaan accepteren.

Rol van Gimd

Gimd zette verschillende professionals in die de interventie toepasten binnen de deelnemende organisaties. Gimd kon deze rol oppakken vanwege de expertise op het gebied van bedrijfsmaatschappelijk werk, vertrouwenspersonen en de dienstverlening op het gebied van ongewenst gedrag op de werkvloer, zoals pesten of agressie. Marie-José Weitenberg, manager afdeling trainingen bij Gimd en senior trainer over o.a. grensoverschrijdend gedrag: “De bewustwording is heel belangrijk. De erkenning dat dit soort dingen gebeuren is een eerste stap. Volgens onze normen en waarden is pesten niet normaal, maar het gebeurt wel. Er moet erkenning komen dat het plaatsvindt, maar we moeten het niet gaan accepteren. De effecten van pesten op werk kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor werknemers: achterdochtigheid, ziek zijn, geen vertrouwen meer hebben, trauma’s, burn-outklachten, langdurig verzuim en zelfs het vertrek bij de betreffende organisatie. Ook voor de werkgever heeft het een negatieve invloed: de sfeer wordt slechter en slechter, de productie gaat omlaag en er ontstaat een groter verloop van medewerkers. Bovendien wordt geen werkgever blij van werknemers die langdurig verzuimen door een voorkombare reden.”

Voorwaarde voor succes

Het eerste doel van PICO is om het onderwerp op de agenda te krijgen bij organisaties en het onderwerp bespreekbaar te maken. Een belangrijk onderdeel daarbij zijn de dialoogsessies. Men gaat met elkaar in gesprek, tussen verschillende lagen in de organisatie. De dialogen zijn een belangrijk onderdeel van de interventie. Het is van cruciaal belang dat de directie pesten of ander ongewenst gedrag niet tolereert. Ondanks dat draagvlak een voorwaarde voor het succes van PICO is, moet sociale veiligheid op de werkvloer top-down worden afgedwongen. Wanneer de interventie is afgerond, weet een bedrijf wat te doen met het aanpakken van sociale onveiligheid. PICO stimuleert de dialoog rondom de sociale veiligheid op alle niveaus en biedt de organisatie handvatten om de sociale veiligheid te verbeteren. De interne begeleider die is aangesteld tijdens het project ziet na afloop toe op de borging van het gewenste gedrag en houdt de dialoog in stand.

Tips en handvatten voor organisaties

Hoewel de PICO-pilot vroegtijdig is afgerond, is er waardevolle informatie verzameld. Na afronding van de pilot is het traject geëvalueerd met de professionals van Gimd. Deze informatie biedt praktische handvatten voor de aanpak van pesten binnen organisaties.

  1. Ten eerste is het belangrijk om als organisatie aandacht aan sociale veiligheid en ongewenst gedrag te besteden. Zorg ervoor dat je als organisatie signalen van ongewenst gedrag en pesten herkent.
  2. Daarnaast moet een organisatie zorgen dat er een beleid is op het gebied van sociale veiligheid en dat werknemers hiervan op de hoogte zijn. Organiseer een overleg, maak sociale veiligheid een terugkerend onderwerp op de agenda en blijf monitoren.
  3. Het is belangrijk om werknemers voorlichting te geven over ongewenst gedrag en pesten en de impact daarvan.
  4. Stimuleer door de gehele organisatie de dialoog. Biedt werknemers de gelegenheid om met elkaar het gesprek aan te gaan tijdens dialoogsessies en formuleer samen wat gewenste omgangsvormen zijn.

Meer lezen over dit onderwerp?